Wat is de betekenis van je?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Je

I. pers. vnw., 2de pers. enk. en mv., m. en v., gebruikt bij vertrouwelijke omgang, bij het spreken tot minderen en tot kinderen: ga je weg?; je moet goed luisteren, hinderen; — als dativus ethicus: het is je wat te zeggen; 2.onbep. vnw., men (in de spreekt, het gewone woord daarvoor): je hebt van die mensen, die enz.; ...

2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

je

je - voornaamwoord 1. tweede persoon enkelvoud, object ♢ heeft Iris je gezien? 2. de andere persoon, tweede persoon enkelvoud, subject ♢ je moet oppassen, Anton 3. bezittelijk...

2025-07-14
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Je

ik.

2025-07-14
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Je

ooit; per; je langer je lieber, hoe langer hoe liever; je zwei und zwei, twee aan twee; je und je telkens weer; auf je drei Mann, op elke drie man; je nun!, welnu!, nu ja!; je nach den Umständen, je nachdem, al naar omstandigheden; 100 Mark je Zentner, 100 Mark per centenaar; wenn das je geschieht, als dat ooit gebeurt.

2025-07-14
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-14
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

je

(jə) 1. bez. vrnw. : is dit papier? dat is (tabak), (klemtoon op je) de beste die je krijgen kan. 2. pers. vrnw. 2de persoon : ga weg? ’tis om dood te lachen. → gij.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

➝Gě.