Iemand dwarsboomen
D.w.z. iemand tegenwerken, hem den voet dwars zetten; 17de eeuw ook iemand dwars vallen of iemand (den weg) draaiboomen, iemand den voet overdwars zetten, iemand overdwarsen; thans dial. dwars zijn of iemand dwars zitten (Draaijer, 9 b); dweers in den weg zijn; dweers(ch) opzijn (De Bo, 284; Waasch Idiot...