Wat is de betekenis van hou je kaken?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hou je kaken

(1925) (inf.) zwijg. • Pas op,... bulderde Gijs... sál je je kake houwe... of ik sloan je blind! (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1925) • 'Hou je kaken, en ga alsjeblieft zitten,' nijdigde André de Châteldon. (Havank: De cycloop. 2010)

Gerelateerde zoekopdrachten