Wat is de betekenis van (Hoog) van den toren blazen?

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

(Hoog) van den toren blazen

Een groot woord hebben, een hoogen toon aanslaan; Harreb. II, 341: Hij blaast vanden toren; De Vrijheid, 12 Maart 1924, 1ste bl., p. 3 k. 1: Wie eenmaal een blauwtje liep, moet niet zoo hoog van den toren blazen.