blazen
...
Marc De Coster (2020-2024)
1) (1950+) (inf.) hard rijden; snelheid maken. Zie ook: ik blaas je. • Blazen: autorijden. (Piet Grijs: Blijf met je fikken van de luizepoten af. 1972) • Van mijn huis uit ben ik in even meer dan tien minuten in Nijmegen. Daar pak ik de autobaan naar Keulen en dan ga ik blazen. Ja, zo hard mogelijk, muziek van de Stones of de...
Wiktionary (2019)
blazen - Werkwoord 1. (inerg) een luchtstroom veroorzaken ♢ Blaas even, dan koelt het wel af. ♢ In het zakje blazen. ♢ Het kind moet hard blazen om de kaarsjes uit te laten gaan. 2. (ov) met een luchtstro...
Muiswerk Educatief (2017)
blazen - onregelmatig werkwoord uitspraak: bla-zen 1. met bolle wangen en getuite lippen diep uitademen ♢ hij blies op zijn trompet 2. een sissend geluid maken ♢ toen de hond in de buurt kwam, b...
Michel Uyen
warm en koud blazen (geen besluit kunnen nemen, niet duidelijk zijn; vgl. souffler le chaud et le froid)
Jan Luitzen (2009)
(onov ww; blies; h. geblazen) 1 - (zich) (laten) injecteren, doping nemen: blaastijd, tijd om te blazen, tijd voor een injectie. • Albert van Damme: ‘Van doping ga je niet harder rijden, je verlegt alleen de vermoeidheid. Maar het is zo kwaad niet als je volgroeid bent en je verstand gebruikt. Ik heb het toch veel gezien, want beroepsrenners steken...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: