den
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)
Wiktionary (2019)
den - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Pinus soort naaldboom ♢ O dennenboom! O dennenboom! wat zijn je takken wonderschoon. den - Lidwoord 1. (in vaste uitdrukkingen) accusatief en datief enkelvoud mannelijk en onzijdig (de, het) arch. ♢ Op den...
Muiswerk Educatief (2017)
den - zelfstandig naamwoord 1. naaldboom met naalden die in groepjes van twee aan de takken zitten ♢ we haalden een den uit de tuin en gebruikten die als kerstboom 1. een slanke den [iemand die slank is]...
Getty Research Institute (1990)
den - Kleine, informele privévertrekken in huizen of appartementen die worden gebruikt om in te werken, te lezen of te ontspannen.
drs. L.A. Beeloo (1981)
De den vormt in Midden- en Noord-Europa uitgestrekte naaldbossen. Men plant hem bij voorkeur op zandgrond, waar de andere bosbomen niet willen groeien. Met zijn reusachtig wortelstelsel haalt hij uit de schraalste bodem water en voedsel. Zijn stam kan een hoogte bereiken van meer dan 40 m. Eén soort is naar alle waarschijnlijkheid inheems, n...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: