Wat is de betekenis van hoog gaan?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

hoog gaan

(1906) (Barg.) gearresteerd worden. Vgl. binnenkomen*; achter het geitenhek(kie)* gaan; geknipt*; voor schut* gaan; verhaft* gaan. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1934) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948) • (Fokko Bos: De vreemde...

2024-04-26
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

hoog gaan

gearresteerd worden In deze betekenis in 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. E.G. van Bolhuis geeft in 1937 in De Gabbertaal als definitie ‘gevangen genomen worden’. • Al had hij er menigeen zèlf van verschut en naar ’t schuurtje gebracht, ja, tot omslaan verlokt, eer ze de bij...

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Hoog gaan

(Barg.) gearresteerd worden.

2024-04-26
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

hoog gaan

gearresteerd worden.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

hoog gaan

hoog gaan - (argot) gearresteerd worden.