heug
heug - Zelfstandignaamwoord 1. lust, zin, vrolijk zie ook heuglijk ♢ Het kind vond het eten niet lekker maar het at tegen heug en meug in om zijn vrouw tevreden te stellen. heug - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heugen ♢ Ik ...