Wat is de betekenis van heuglijk?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heuglijk

heuglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. blij makend, verheugend Bij de geboorte van Thomas kwam zijn vader me het heuglijke nieuws hoogstpersoonlijk brengen. 2. onvergetelijk, gedenkwaardig De val van de Berlijnse Muur is nog steeds een heuglijke herinnering...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Heuglijk

adj., heuchlik.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heuglijk

bn. (-er, -st), 1. verblijdend, tot blijdschap stemmend: een heuglijke gebeurtenis; een heuglijke zaak', 2.gedenkwaardig, onvergetelijk: een heuglijk feest; op deze heuglijke avond'.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

heuglijk

bn.; verheugend, verblijdend: een heuglijke tijding, gebeurtenis.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

heuglijk

bn. en bw. (-er, -st) 1. verblijdend: een -e gebeurtenis. 2. genoeglijk, gedenkwaardig: een feest.

2024-04-23
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heuglijk

HEUGLIJK, bn. (-er, -st), verblijdend, tot blijdschap stemmend eene heuglijke gebeurtenis; eene heuglijke zaak, waarover men zich verheugt; een heuglijk feest, gedenkwaardig, onvergetelijk. HEUGLIJKHEID, v.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)