Wat is de betekenis van Heugel?

2024-04-19
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Heugel

In zaagmolens, getand ijzer aan de zaagslee waardoor deze wordt voortbewogen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heugel

m. (-s), haal (in de schoorsteen), de platte ijzeren greep met tanden of gaten, waaraan het hangijzer of een ketel enz. naar believen hoger of lager over het vuur gehangen kan worden ; — getande staaf waarop een rondsel werkt, (b.v. in een dommekracht, bij verstelbare balansen om de balans hoger of lager te kunnen plaatsen enz.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

heugel

m. -s; een van tanden voorziene ijzeren staaf, b.v. in een dommekracht; haal.

2024-04-19
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Heugel

Een heugel is in het algemeen een staaf met tanden. Een haardheugel is een rechte getande staaf, waaraan de waterketel boven het open vuur hangt, een ketelhaak dus. Door de tanden is de heugel verstelbaar, zoodat men den ketel hooger of lager kan hangen. Zulk een haardheugel noemt men ook wel een haal. Het wapen van Zwijndrecht vertoont drie heugel...

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

heugel

m. (-s) [heffen] getande ijzeren stang nl. 1. in de schoorsteen, haal. 2. in een werktuig: de van een ➝ dommekracht.

2024-04-19
Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Heugel

mnl. hogel, een gereedschap om een pot of ketel in de schouw naar verkiezing hooger of lager boven het vuur te hangen; ’t zij een ketting, ’t zij een staaf met gaten, ’t zij een dubbele staaf, waarvan een gedeelte met ring verschuifbaar is langs het vaste, getande gedeelte. In de werktuigkunde een getande staaf, waar een rondsel o...

2024-04-19
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Heugel

Getande stang.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

heugel

m. (-s), haal (in de schoorsteen), de platte ijzeren greep met tanden of gaten, waaraan het hangijzer of een ketel enz. naar believen hoger of lager boven het vuur gehangen kan worden; stang (in grondvorm meestal van rechthoekige doorsnede) voorzien van tanding die beweeglijk of vast is opgesteld al naar het rondsel (klein tandwiel) dat in de tandi...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heugel

HEUGEL, m. (-s), haal (in den schoorsteen), de platte ijzeren greep met tanden of gaten, waaraan het hangijzer of de waterketel door middel van een haak gehangen wordt; — getande staaf waarop een rondsel werkt (b. v. in eene dommekracht om zware lasten op te heffen, in houtzagerijen om de slede met het zaaghout vooruit te schuiven, bij verste...