Wat is de betekenis van granen?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

granen

granen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord graan

2024-03-29
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Granen

zaden van verschillende gecultiveerde grassoorten, die rauw, gekookt of tot pap of brood verwerkt als voeding dienst doen. Men onderscheidt brood- en papgranen: rogge, tarwe, haver, gerst, maïs, gierst, enz. Worden grof geschroot, geplet of gemalen gebruikt.

2024-03-29
ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Granen

Granen - (zie Aas).

2024-03-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

GRANEN

Hiertoe behoren tarwe, haver, gerst, rogge en maïs. De eerste vier zijn voor Frl. het belangrijkste; tarwe en gerst vooral op de kleigronden, rogge op de zandgronden en haver op beide. De G. behoren tot de arbeidsextensieve gewassen. Het percentage is ten opzichte van het totale akkerbouwgebied steeds belangrijk geweest. Toen op de klei de ver...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Granen

(graande, is en heeft gegraand), (Zuidn.) 1.(van graangewassen) vrucht zetten, korrels krijgen : de tarwe begint te granen; 2. (van vee en hoenders) met graan voederen.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

granen

graande, h. gegraand (vrucht zetten, korrels krijgen; uitbotten, ontkiemen, ontspruiten): de tarwe begint te granen.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

granen

('gra:nən) (graande, heeft gegraand) 1. in het graan komen, korrels krijgen : -de tarwe. 2. met graan voederen: vee -.

2024-03-29
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Granen

Onder granen worden gewoonlijk alle gewassen verstaan, die verbouwd worden, om er meel van te malen. Alle granen bevatten veel zetmeel en eiwit en bovendien suiker, vet, zouten en andere bestanddelen, die uitstekend voor de voeding zijn. Men rekent onder de granen: tarwe, rogge, gerst, haver, kanariezaad, gierst (Afrika en Zuid-Azië), maï...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Granen

GRANEN, (graande, is en heeft gegraand), (Zuidn.) (van graangewassen) vrucht zetten, korrels krijgen de tarwe begint te granen; — (Zuidn.) (van vee en hoenders) met graan voederen.