goed
goed - Bijvoeglijk naamwoord 1. kwaliteit bezittend ♢ Wat een goed stuk om te lezen! goed - Zelfstandignaamwoord 1. iets concreets of abstracts dat men in bezit kan hebben ♢ Gezondheid is een groot goed. goed - Bijwoord...
Nederlandstalige WikiWoordenboek
goed - Bijvoeglijk naamwoord 1. kwaliteit bezittend ♢ Wat een goed stuk om te lezen! goed - Zelfstandignaamwoord 1. iets concreets of abstracts dat men in bezit kan hebben ♢ Gezondheid is een groot goed. goed - Bijwoord...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
goed - zelfstandig naamwoord 1. spullen of bezittingen ♢ de spoorwegen vervoeren allerlei goederen 1. gestolen goed gedijt niet [wat je gestolen hebt brengt je ongeluk] 2. have...
Ditte Simons en Hans Heestermans
(< Mhd. guot), goed, gunstig; goed komen bij, gunstig liggen bij, ’t goed doen bij: Het type dat het klaarspeelt bij iedere Jordaanmeid en die ook goed komt bij mevrouw in de Beethovenstraat, BOTING1 30; nou ’t goeie (afscheidsgroet), ’t beste, tot ziens: COHEN 28.
Begrippenlijst uit Praktische Economie havo 3
Een tastbaar product, zoals een brood.
AUTEUR VAN HET BRIDGE WOORDENBOEK - "BRIDGE OPZOEKBOEK" (UITGAVE 1998)
1. Hoog. Verkorting van: goed voor de rest van de slagen. Bijvoorbeeld gezegd van de dummy waarin alleen nog maar hoge kaarten liggen. 2. Technisch of tactisch juist (van een speelwijze of bieding). Zie ook: fout; goed doen; goede hand; goed zitten; slecht zitten; verkeerd zitten
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg: Vloeken, een cultuurbepaalde reactie op woede, irritatie en frustratie (SDU, 2001).
Voor de vloek mijn goeie God (nog aan toe), die irritatie, verwondering, teleurstelling, verontwaardiging e.d. uitdrukt, zie men onder God. Voor goeie genade, grut en hemel(tje) zie men die trefwoorden.
Begrippen, stromingen, denkers
Heel ruwweg de eigenschap of karakterisering van een zaak die haar aanbevelens- of prijzenswaardig maakt. Sinds Aristoteles en zijn middeleeuwse volgelingen ‘goed’ niet in het schema der categorieËN opnamen behalve door het in alle categorieën toepasselijk te verklaren (zie zijn over transcendentalia), heeft het door zijn vele betekenissen vele fil...
Hoofdlijnen Nederlands Recht
Juridische verzamelnaam voor alle zaken en vermogensrechten.
Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal (1991). Geschreven door Kunst, Hanneke, en Xandra Schutte.
Goed - lesbo of homo, ironische omkering van verkeerd. Ook van de goede kant.
Geschreven onder redactie van theoloog F.W. Grosheide, 1925-1931
Zooveel wijsgeeren, zooveel definities van het goede. Het zou hier geen zin hebben een bloemlezing van deze definities te geven. Wel dient even gewaarschuwd tegen de versubjectiveering, welke men gedurig weer en in den laatsten tijd vooral onder invloed van het NeoKantianisme het begrip van het goede heeft doen ondergaan. De waarde-leer heeft de id...
Nederlandse encyclopedie, uitgegeven van 1916-1925.
Goed - is een waarde-praedicaat, dat een begeeren en willen veronderstelt. In wijderen zin heet „goed” alles, wat is, zooals men het begeert, alles wat aan een doel beantwoordt, het aangename en nuttige (goede wijn, een goed mes, een goed timmerman). In engeren zin is goed = zedelijk goed en wordt het woord gebruikt om die handelingen en gezindhede...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
1. GOED, bn. bw. (beter, best), (van personen) zoodanig zijnde als men kan verlangen een goed huisvader; een goed zoon; hij is een goed ruiter; weder goede vrienden worden, zich met elkaar verzoenen; — (spr.) een goede buur is beter dan een verre vriend, men heeft meer dienst van een bereidwilligen buurman dan van een bloedverwant die te ver...
Nederlandse encyclopedie
Goed noemt men uit een wijsgeerig oogpunt alles wat, tot een bepaald doel gebezigd, de gewenschte werking heeft. Immers de waarde der dingen is afhankelijk van hunne doelmatigheid Het hoogste doel, door de rede als zoodanig erkend, is het onderwerp der zedeleer. Al wat geschikt is, om dit doel te bereiken, bestempelen wij met den naam van goed, — e...
Gerelateerde zoekopdrachten