goed - Bijvoeglijk naamwoord
1. kwaliteit bezittend
♢ Wat een goed stuk om te lezen!
goed - Zelfstandignaamwoord
1. iets concreets of abstracts dat men in bezit kan hebben
♢ Gezondheid is een groot goed.
goed - Bijwoord
1. op goede wijze
♢ Goed gedaan!
2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
♢ goedvinden: hij vond het goed.
3. in hoge mate
♢ Het is goed mis in Nederland.
Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: goed
Oudernederlands: guot
Germaans: *gōdaz
Synoniemen
geschikt, bruikbaar, behoorlijk, correct, foutloos, juist, klasse, prima, mooi, ruim, akkoord
[1] correct, bewonderenswaardig, uitstekend, uitmuntend
[3] behoorlijk, erg, nogal
Antoniemen
slecht, kwaad, akelig, beroerd, ellendig, fout, minderwaardig, verkeerd
[1] slecht, onvoldoende, matig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Bronnen
Bronnen: