Wat is de betekenis van Gelijken?

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gelijken

gelijken - onregelmatig werkwoord uitspraak: ge-lij-ken 1. er overeenkomst mee vertonen ♢ deze twee documenten gelijken op elkaar 1. een gelijkend portret [het lijkt op de echte persoon]...

2024-04-23
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

gelijken

Kaarten van een kleur in één hand die opvolgend in hoogte zijn of geworden zijn doordat de tussenliggende kaart(en) reeds zijn gespeeld.

2024-04-23
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

gelijken

(geleek, geleken) in België vaak naast: lijken. Het team van de Archeologische Dienst Waasland (ADW) legde onlangs een tweede kogge bloot in de geul van het toekomstige Deurganckdok. De vondst gelijkt sterk op wat in oktober 2000 aan het licht kwam. - GvA, 12-08-2002.

2024-04-23
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

gelijken

1. (In uiterlijk) overeenkomen (met iem. of iets); lijken. Vindt ge niet dat meneer gelijkt op Leopold II? BRULEZ 1950, 166. In de Ronde gelijken de dagen fel op elkaar. Alleen de laatste twee, drie ritten zijn anders. Dan is er alleen maar heimwee en verveling, THEYS 1964, 72. Opm.: In de standaardt., m.n. in de spreekt., volledig...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gelijken

v., lykje; — op, lykje, likenje op, oan, (wei)hawwe fan, slachte nei; precies op iem. —, immen út 'e mûle bek stapt, snien wêze; nergens meer op -d dan, net liker as.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gelijken

geleek, h. geleken (1 gelijk zijn aan; evenaren; overeenkomen, min of meer gelijk zijn, meestal lijken; 2 Z.-N. bevallen; ook: goed staan): 1. niemand, die haar gelijkt; een ring, die bijzonder veel op tin geleek; op een haar op iem. gelijken; 2. Z.-N. zijn manieren gelijken mij niet; die hoed gelijkt u niet.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gelijken

(gə'lijkən) (geleek, geleken ; heeft geleken) 1. min of meer gelijk zijn : (op) iemand sprekend -; een ring die veel op tin geleek; uw karakter gelijkt niet naar dat van uw moeder. → druppel, haar. Syn. slachten. 2. lijken. 3. aanstaan, bevallen : dat huis gelijkt mij niet.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gelijken

(geleek, heeft geleken), 1. gelijk zijn (aan iemand of iets), geheel (ermee) overeenkomen, evenaren; 2. in veel opzichten of in zekere mate overeenkomen, lijken (het gewone woord in de spreekt.): de zieke geleek wel een geraamte; — op, in uiterlijk overeenkomen met, vooral van de gelaatstrekken van personen gezegd: zij — op elkaar als...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)