(gə'lijkən) (geleek, geleken ; heeft geleken)
1. min of meer gelijk zijn : (op) iemand sprekend -; een ring die veel op tin geleek; uw karakter gelijkt niet naar dat van uw moeder. → druppel, haar. Syn. slachten.
2. lijken.
3. aanstaan, bevallen : dat huis gelijkt mij niet.