Wat is de betekenis van Gabber?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gabber

1) (1752) (Barg.) vriend; vent. De 'gabbertaal' is de taal der kameraden, m.a.w. het Bargoens. Het Australische slangwoord 'cobber', met dezelfde betekenis, is volgens Eric Partridge eveneens ontleend aan het het Jiddisch (chaber of chawwer). Vgl. Zuid-Afr. gabba. Zie ook: gab* en gappie*. • Ik ging naar groot Mokum (Amsterdam) om...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gabber

gabber - Zelfstandignaamwoord 1. (informeel) vriend, maat 2. jongere uit de gabberhousesubcultuur 3. (Jiddisch-Hebreeuws) makker Woordherkomst Herkomst: Bargoens Verwante begrippen Hebreeuws: chaveer, Asjkenazisch Hebreeuws: chover, Jiddisj: chavver

2024-04-26
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

gabber

maat, makker; vent, kerel In 1752 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, getiteld ‘Tenzaeme gevoegt opstel van de zoogenoemde Bourgondische Dieventaal als meede van de Joodse dieven en Landloopers Tael’. Het komt in deze lijst voor in de vorm cabber en met als betekenis ‘kameraat’. Gabber is via het Jiddische chaww...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gabber

gabber - zelfstandig naamwoord uitspraak: gab-ber 1. persoon die je vertrouwt en aardig vindt ♢ dit is Rob, hij is mijn gabber 2. liefhebber van snelle housemuziek met kaal hoofd en ruime kleding ...

2024-04-26
Popmuziek Encyclopedie

Jan van der Plas & Mike Schepers (2003)

Gabber

Vorm van house die zich kenmerkt door extreem snelle ritmes. Gabber onstaat in het midden van de jaren negentig in de Rotterdamse club Parkzicht en verovert van daaruit de wereld. Fans van het genre worden gabbers genoemd. Ze hullen zich bij voorkeur in trainingspakken, scheren hun hoofd kaal en hebben een eigen, nerveuze manier van dansen. Gebruik...

2024-04-26
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gabber

(oorspr. Barg. ‘vriend, makker’), in jeugdtaal kaalgeschoren jongen in trainingspak; aanhanger van gabberhouse. Gabbers hebben een speciaal taalgebruik, bijvoorbeeld hakken voor dansen. Tegenstanders zien hen als een hossende versie van F-side-supporters en noemen hen agressief, vrouwonvriendelijk en smakeloos. Gabbers houden van maximale geluidsvo...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gabber

[Jidd. chawwer] (Barg.) kameraad.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gabber

vriend (Barg.)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Gabber

(Barg.) kameraad, vriend; gabbertaal: taal der kameraden. Bargoens dieventaal