Wat is de betekenis van ergens?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ergens

(1955) (cliché) in enig opzicht: 'Ergens ben ik het niet met u eens.' • Eén modewoord viel me op. dat ik een langer leven voorspel. „Ergens" is het zó, dat zo’n uitdrukking ln een behoefte voorziet. En iedereen — intellectuele debaters begonnen er mee — heeft op 't ogenblik in het gesprek behoefte a...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ergens

ergens - Bijwoord 1. in/op een (onbepaalde) plaats Hij woont ergens in Hilversum. 2. op een bepaalde manier Ergens vind ik hem ook wel grappig. 3. als locatief deel van een samengesteld voornaamwoordelijk bijwoord vervangt het een onbepaald voo...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ergens

ergens - bijwoord uitspraak: er-gens 1. op een of andere plaats ♢ ze wonen ergens hier in de buurt 1. ergens anders [op een andere plaats] 2. op een bepaalde ma...

2024-04-26
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

ergens

Eufemistische omschrijving van het toilet: ‘ik moet ergens zijn’. Het WNT citeert P. de Wakker van Zon (‘De Overijsselsche Predikants dochter, een oorspronkelijk Nederlandsche Roman’. 1816-1817).

2024-04-26
Recht voor z'n raap

Rouke G. Broersma (1970)

Ergens

op de een of andere manier: ergens heb je gelijk.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ergens

adv., earne.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ergens

bw. 1. op zekere, niet bepaald aangewezen plaats: hij woont ergens aan een singel; — met andere bw.: daar ergens; waar ergens? 2. op enige plaats, waar dan ook: heb je dat ooit ergens gehoord? 3. in verbinding met een bijwoord dat ook als vz. gebruikt wordt of een daarmee verbonden ww., weer te geven met iets: ...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ergens

bw. (1 op een of andere, op zekere, op enige plaats; 2 met een bw.: iets met een vz.): 1. ik zag hem ergens; ik moet ergens zijn (of: op zekere plaats), bestekamer; 2. ergens aankomen.