Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'ergens'
Ergens belanden
Oorspronkelijk: aanbelanden. Ergens terechtkomen, ergens aan (te) land komen. De zegswijze is uiteraard ontleend aan de zeevaartErgens klaplopen
De ‘klap’ was oudtijds een soort ratel van melaatsen, die langs de huizen mochten lopen om te bedelen, doch door hun ‘klap’ voor hun melaatsheid moesten waarschuwen. ‘Klaplopen’ wil dan nu ook zeggen: bedelen, leven op andermans kosten, op zijn zak teren. Vandaar dat hij een ‘klaploper’ heetErgens aanzeilen
Er schade belopen, slecht ontvangen of bejegend wordenErgens opduiken
‘Opduiken’ is eigenlijk hetzelfde als: opdiepen. Hier is het beeld ontleend aan het boven water komen nadat men in het water is ondergedoken. De bedoeling is: ergens komenErgens over vallen
Zich ergens aan ergerenOverdrachtelijk voor: er aanstoot aan nemen, er op- of aanmerkingen over hebben, er niet mee instemmen
Ergens eigen zijn
Zich ergens op zijn gemak voelenErgens blijven kleven
Zich ergens vestigenZich ergens voorspannen
Ergens moeite voor doenErgens weerklank vinden
Ergens instemming vindenErgens in snuffelen
‘Snuffelen’ is verwant aan snuiven. Letterlijk: snuivend ruiken, zoals een hond doet. Overdrachtelijk voor: ergens in zoeken. Hetzelfde als: ergens in neuzenErgens thuis liggen
Ergens niets te zeggen hebben, een nul in het getal zijn. Eigenlijk: behandeld worden als een kostganger. Vgl.: ergens in de kost liggenErgens voor zwichten
‘Zwichten’ had oudtijds de betekenis van: doen ophouden, tot rust brengen, tot zwijgen brengen; vandaar: nalaten, bezwijken, zwijgen. In de uitdrukking wordt bedoeld: ergens voor bezwijken (door argumenten, overmacht, aandrang e.d.)Ergens van kotsen
Dat is om van te kotsen‘Kotsen’ is een onomatopee (klanknabootsend woord). Hetzelfde als: kokhalzen. Betekenis: spuwen, braken. Derhalve: ergens (ook figuurlijk) zó misselijk van worden, dat men ervan overgeven moet
Iemand ergens neerpoten
‘Poten’, iets in de grond zetten om het te doen opgroeien. Figuurlijk: iemand ergens neerzetten in afwachting van de dingen die komen zullenErgens in neuzen
Ergens in kijken (bijv. de krant, een boek e.d.)Ergens achterheen trekken
Een zaak, die men niet goed kent en waarbij men twijfelt of zij wel in orde is, ongemerkt onderzoekenErgens op azen
Vermoedelijk ontleend aan het dobbelspel, waarbij het aankomt op de azen. Trachten in het bezit van iets te komen met de bijbedoeling, anderen vóór te zijnErgens mee uitscheiden
Ermee ophouden, beëindigen. Met de vervoeging van het ww. uitscheiden is het ietwat zonderling gesteld. Volgens de taalregels is de verleden tijd ‘scheidde uit’, en het vdw. ‘uitgescheiden’. Men moet dus zeggen: ik scheidde ermee uit, en: hij is ermee uitgescheiden. Het vreemde is echter, dat nooit iemand zich aan deze vormen houdt, maar dat men altijd de afschuwelijk klinkende vormen gebruikt: hij schee ermee uit, en: hij is ermee uitgescheejen, en dat ondanks het feit dat ieder wel zegt: hij scheidde van zijn vrouw, en: hij is van zijn vrouw gescheiden. Met het oog op de lelijkheid van de gebruikelijke vormen, is het dus beter in plaats van ‘uitscheiden' een ander ww. te gebruiken, bijv. ophouden of stoppenErgens op zinspelen
Op iets doelen, bedekt aanduiden of te kennen geven. De constructie van het woord is niet helemaal duidelijkErgens mee zitten
Ergens geen raad mee weten, niet weten wat men (ermee) moet aanvangen, in verlegenheid zijnSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren