Elk is een dief in zijn nering
ieder tracht op slimme wijze voordeel met zijn beroep te doen; ieder is geneigd naar zich toe te rekenen; vroeger ook elk is een dief in zijn ambacht; Zuidndl. elk is een dief (of duvel) in zijnen stiel (ambacht). In een zeispreuk: elk is een dief in zijn nering, zei de dominee, en hij stootte aan de zandloper (om nl. de tijd sneller te doen gaan)....