Wat is de betekenis van Elk is een dief in zijn nering?

2024-04-25
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Elk is een dief in zijn nering

ieder tracht op slimme wijze voordeel met zijn beroep te doen; ieder is geneigd naar zich toe te rekenen; vroeger ook elk is een dief in zijn ambacht; Zuidndl. elk is een dief (of duvel) in zijnen stiel (ambacht). In een zeispreuk: elk is een dief in zijn nering, zei de dominee, en hij stootte aan de zandloper (om nl. de tijd sneller te doen gaan)....

2024-04-25
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Elk is een dief in zijn nering

D.w.z. ieder zoekt op slinksche wijze voordeel met zijn beroep te doen; o.a. voorkomend in de Prov. Com/m/n/'a, 56: Alle man es een dief van synre neeringhe, quisque suo quaestu fur sicque tuo simul es tu. Bij Goedthals, 31: Elck is een dief in zijn ambacht, qui ne dérobe ne faict robe; Servilius, 236: elck is een dief...

2024-04-25
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Elk is een dief in zijn nering

ieder tracht op slimme wijze voordeel met zijn beroep te doen; ieder is geneigd naar zich toe te rekenen; vroeger ook elk is een dief in zijn ambacht; Zuidndl. elk is een dief (of duvel) in zijnen stiel (ambacht). In een zeispreuk: elk is een dief in zijn nering, zei de dominee, en hij stootte aan de zandloper (om nl. de tijd sneller te doen gaan)....