Wat is de betekenis van duur?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

duur

duur - Bijvoeglijk naamwoord 1. (handel) niet goedkoop Hij koopt altijd dure maar kwalitatief goede spullen die lang meegaan. duur - Zelfstandignaamwoord 1. (tijdrekening) benodigd tijdbestek De duur van de gecompliceerde operatie was 8 uur...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

duur

duur - bijvoeglijk naamwoord 1. wat veel geld kan opbrengen ♢ zij heeft veel dure sieraden 1. zijn huid duur verkopen [zich tot het uiterste verdedigen] 2. een dure liefhebberij...

2024-04-26
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

duur

1. Van een bod: leidend tot een grote negatieve score. 2. Van een gespeelde kaart: leidend tot het verlies van een of meer slagen. 3. Van een speler: voortdurend hoge negatieve scores halend. Zie ook:

2024-04-26
Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Duur

Zie ruimte en tijd.

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

duur

bn., bw., (ook:) zich weinig vertonend (vaak met de bijgedachte bij anderen: uit hoogmoed). Ik heb je lang niet gezien, Lena. Je bent duur hoor, mijn schat. Hoe gaat het dan (Helman 1954a: 10).- Etym.: In veroud. AN d. = kostbaar; dierbaar. E (veroud.) dear = eerbaar, waardig; (nu nog) geliefd.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

duur

tyd wat iets aanhou; (dure); hoog van prys; kosbaar; plegtig; geduur, aanhou.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Duur

1. s., dûr; op den —, op ’en dûr, op 'e lange baen, by oanhâldendheit. 2. adj., djûr, prizich, kostber, piperich; ergzijn, yn ’e papieren rinne oankneppelje, oanmeppe, oan ’e knikkert rinne, der yn rinne, der yn fege oan ’e fiter lûke; he...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Duur

m., g. mv., 1. het begrip voortduren: de eeuwigheid is zonder duur; 2. tijdruimte die iets beslaat: de duur van de dagelijkse arbeid mag niet boven acht uur gaan; het leven is kort van duur; de vreugde was van korte duur; 3. de eigenschap of toestand van lang te duren, lange tijdruimte: kleren op de duur maken,...