Gepubliceerd op 13-11-2017

duur

betekenis & definitie

duur - Bijvoeglijk naamwoord
1. (handel) niet goedkoop
Hij koopt altijd dure maar kwalitatief goede spullen die lang meegaan.

duur - Zelfstandignaamwoord
1. (tijdrekening) benodigd tijdbestek
De duur van de gecompliceerde operatie was 8 uur.

duur - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duren
♢ Ik duur
2. gebiedende wijs van duren
duur!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duren
duur je?

Uitdrukkingen en gezegden
♦ op den duur
na lang wachten

Synoniemen
prijzig, kostbaar

Antoniemen
goedkoop