duur
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
duur - Bijvoeglijk naamwoord 1. (handel) niet goedkoop ♢ Hij koopt altijd dure maar kwalitatief goede spullen die lang meegaan. duur - Zelfstandignaamwoord 1. (tijdrekening) benodigd tijdbestek ♢ De duur van de gecompliceerde operatie was 8 uur...
Muiswerk Educatief (2017)
duur - bijvoeglijk naamwoord 1. wat veel geld kan opbrengen ♢ zij heeft veel dure sieraden 1. zijn huid duur verkopen [zich tot het uiterste verdedigen] 2. een dure liefhebberij...
drs. Toine van Hoof (2017)
1. Van een bod: leidend tot een grote negatieve score. 2. Van een gespeelde kaart: leidend tot het verlies van een of meer slagen. 3. Van een speler: voortdurend hoge negatieve scores halend. Zie ook:
J. van Donselaar (1936)
bn., bw., (ook:) zich weinig vertonend (vaak met de bijgedachte bij anderen: uit hoogmoed). Ik heb je lang niet gezien, Lena. Je bent duur hoor, mijn schat. Hoe gaat het dan (Helman 1954a: 10).- Etym.: In veroud. AN d. = kostbaar; dierbaar. E (veroud.) dear = eerbaar, waardig; (nu nog) geliefd.
Fa. A.J. Osinga (1952)
1. s., dûr; op den —, op ’en dûr, op 'e lange baen, by oanhâldendheit. 2. adj., djûr, prizich, kostber, piperich; erg — zijn, yn ’e papieren rinne oankneppelje, oanmeppe, oan ’e knikkert rinne, der yn rinne, der yn fege oan ’e fiter lûke; he...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: