doorloop
(1961) (ton.) onvolledige repetitie, waarbij het stuk of de techniek (de technische doorloop) wel in volgorde wordt gerepeteerd. Zie ook: overloop*. • Een doorloop of een doorlooprepetitie: een vluchtige repetitie, waarin de tekst snel wordt gezegd en de bewegingen worden aangegeven. Meestal laatste repetitie voor een premiè...