dóórloop - Zelfstandignaamwoord
1. het in zijn geheel zonder onderbreking doornemen van een toneel- of muziekstuk.
♢ We hebben gisteren een eerste doorloop van het stuk gedaan, waaruit bleek dat er nog veel te verbeteren valt.
2. (medisch) diarree
3. doorgang, gangpad
doorloop - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlopen
♢ Ik doorloop
2. gebiedende wijs van doorlopen
♢ doorloop!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlopen
♢ doorloop je
doorloop - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlopen
♢... dat ik doorloop
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: