Wat is de betekenis van Christus?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Christus

1) (1903) (ter versterking: in hoge mate, erg. 't Is Christus heet vandaag. • (Amaat Joos: Waasch Idioticon. 1904) 2) (1914) (schol.) bijnaam van een schuwe jongen. • Een bedeesde jongen heet ras „Christus” en in het Fransch „Jésus”, maar ook wel „kleppekijker” en „een die &rs...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Christus

Christus - Eigennaam 1. (religie) in het christendom is Jezus Christus de eniggeboren Zoon van God en de door God in het Oude Testament (Tenach) bij monde van de profeten beloofde Messias Stephan MacLeod zingt al jaren als bas-bariton bij de Nederlandse Bachvereniging. Maar de Zwitser is niet alleen zanger:...

2024-04-26
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Christus

Christus, lett. ‘de gezalfde’, een van de benamingen van Jezus; (fig.) iem. die op Christus lijkt door de verlossingbrengende rol of door bepaalde uiterlijke kenmerken, of door ondergaan lijden. Vgl. ook Jezus en de andere benamingen van Jezus, en Kerst. Bij Christus bestaan vele afleidingen zoals: Christen, volgeling van Christus, aanhanger van h...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Christus

Christus - zelfstandig naamwoord uitspraak: chris-tus 1. benaming voor Jezus, die in het christelijke geloof gezien wordt als de verlosser ♢ in het jaar nul werd Christus geboren 1. voor of na Christus ...

2024-04-26
Ikonen Lexicon

Karin Braamhorst (2004)

Christus

Christus is de Griekse vertaling van het Aramese ‘messias’, dat gezalfde betekent. De Joden gebruiken deze naam als titel voor de brenger van het heil dat zij verwachten. Jezus zelf heeft geen enkele van de namen die in zijn tijd voor de Messias in omloop waren op zichzelf betrokken (Marcus 8: 29).

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Christus

zie paard.

2024-04-26
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Christus

Een Latijnse vorm van het Griekse Christos, de gezalfde. Het is de vertaling van het Hebreeuwse Maschiah, Messias. De woorden Christus en Messias hebben dezelfde betekenis. Het is een soort naam of titel en in de evangeliën wordt dan ook gesproken over 'de Christus', d.i. de Messias, de Gezalfde des Heren.

2024-04-26
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Christus

De ninja [1981] van E. Lustbader bevat de vloek christus te paard! (Vgl. ook Van Eijk 1995: 65). Hij drukt woede, ongeloof en verbazing uit. Dat ongeloof kan gevoed worden door het simpele feit dat Christus meestal op een ezel rondtrok. Ook komt voor de tot uitroep geworden vloek gekruisigde christus! Die uitroep drukt ongeloo...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Christus

(Kristus) de Verlosser; zoon van God