Christus
1) (1903) (ter versterking: in hoge mate, erg. 't Is Christus heet vandaag. • (Amaat Joos: Waasch Idioticon. 1904) 2) (1914) (schol.) bijnaam van een schuwe jongen. • Een bedeesde jongen heet ras „Christus” en in het Fransch „Jésus”, maar ook wel „kleppekijker” en „een die &rs...