Wat is de betekenis van chef?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

chef

baas; hoofd. iemand die voor zijn beroep de leiding heeft en aan het hoofd van een organisatie, bedrijf of afdeling staat; hoofd; baas. Voorbeelden: Het liefst was hij chef geworden van een team dat in feite geen chef nodig had maar tot ieders tevredenheid zichzelf wist te organiseren. Yves Petry, De laatste woorden van Leo Wekema...

2024-04-28
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

chef

(zelfstandig naamwoord) [alg.] zie: geen Engels, maar Frans

2024-04-28
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Chef

Zie Jozef

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

chef

chef - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) de baas, iemand die de leiding heeft Verwante begrippen aanvoerder, gebieder, hoofd, meerdere, opperhoofd, superieur

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

chef

chef - zelfstandig naamwoord 1. wie de leiding heeft ♢ mijn chef wil dat ik overwerk Zelfstandig naamwoord: chef de chef de chefs het chefje Synoniemen baas, mees...

2024-04-28
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Chef

De chef is meestal een gedeelte van ons eigen ik, dat er nauwlettend op toeziet dat de dromer aan z’n plichten wordt herinnerd.

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Chef

[Fr., van Lat. caput = hoofd] leider, hoofd; - de bureau, hoofd van een kantoorafdeling; - de cuisine, keukenchef; - d'équipe, leider van ploeg sportlieden in grote wedstrijd; de mission, leider van afvaardiging sportlieden naar grote wedstrijd; - d'oeuvre, meesterwerk, meesterstuk.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Chef

afdelingshoofd; baas

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Management begrippenlijst

Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)

Chef

Functionaris die belast is met de leiding van een organieke eenheid (afdeling, bedrijf, bureau, werkplaats). Hij maakt deel uit van het management. Verwant: Baas.