Wat is de betekenis van Bie?

2023-12-02
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

bie

1) (19e eeuw) (Barg.) weg. In de uitdrukking 'de bie tippelen': weglopen. Nog in sommige Vlaamse dialecten, o.a. in het Waasland: 'de bie steken': weglopen (Amaat Joos: Waas Idioticon. 1900. Heruitgave 1979). Vgl. ribbedebie*. • Bie, z. nw., vr.. — In de spreuk : de bie steken, wegloopen , zich van kant maken. Als hij zijn vader gezien h...

2023-12-02
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Bie

Zie Bietje

Direct alle resultaten bekijken?

Word vriend van Ensie!

2023-12-02
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bie

bie - Bijvoeglijk naamwoord 1. bijzonder (goed)

2023-12-02
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

bie

(zn) bij BM, TM, EK, HP.

2023-12-02
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bie

(de, -ën) bij.

2023-12-02
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Bie

de - tippelen weglopen; ervandoor gaan. Bargoense uitdr. uit het begin van deze eeuw. Verouderd. Etymologie onbekend. ... en nou tippelt zij de bie, zo’n kreng. (H. van Aalst: Onder martieners en bietsers, 1946)

2023-12-02
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

bie

Bij (insect); in de verkl. bieke, bietje ook in toep. op personen: bijdehand kind, ook: lief, aardig meisje of vrouw. Rosse Jans prees zijn Netteke: Een bieke van een wijfken en altijd goedgezind, VERMEYEN 1947, 63. Ook o.a.: VAN HEMELDONCK 1945, 51. TIMMERMANS 1966, 25. Sam.: werkbie; - bieboer, imker, bijenhouder; bietjeshoning (Bond...

2023-12-02
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Bie

v -> Bietje.

2023-12-02
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bie

v. (bieën), (Zuidn.) bij ; — de bie steken, er vandoor, er tussenuit gaan.

2023-12-02
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bie

v. bieën (Z.-N. bij).

2023-12-02
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bie

Bie - 1°Adriaen de, schilder te Antwerpen (portretten en religieuze voorstellingen), * 1593, ✝ 1668. 2°Cornelis de, schilder te Amsterdam (vooral landschappen in den trant van Berchem), * 1621, ✝ 1664. 3°Cornelis de, een der vruchtbaarste Vlaamsche letterkundigen uit de 17e eeuw, * 10 Febr. 1627 te Lier, ✝ ca. 1711 te Orp-le-Grand; beoefende bij vo...

2023-12-02
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bie

1. bn., (gemeenz.), afkorting van bijzonder: ik vind dat niet zo bie. 2. zie bij.

2023-12-02
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bie

Bie - (Cornelis de), Zuid-Nederl. letterkundige, geb. te Lier in 1627 als zoon van den bekenden schilder Adriaen de Bie; schreef tooneelstukken, o.a.: De Comedie der Liersche Furie; De comedie van Mas Aniello en de beroerte van Napels; ook enkele kluchten als: Faems weergalm, ghenoemd Werelts-SotsCap (1670), Hans Holleblok, geusenpredikant (1702)....