beurs slaan
(1908) (inf.) (iemand) bont en blauw slaan; stevig afranselen. Van Dale (1992) vermeldt als gewestelijk 'iemand op zijn beurs geven' (hem afranselen). De beurs is de balzak van grof wild, in plat taalgebruik ook van mensen, volgens hetzelfde woordenboek. In Kramers Woordenboek vinden we dezelfde uitdrukking terug onder het label `Zuid-...