Gepubliceerd op 10-11-2017

bekken

betekenis & definitie

bekken - Zelfstandignaamwoord
1. een vrij ondiepe maar brede ronde schaal
2. (anatomie) het gebeente tussen beide heupen
Mensen hebben een nauw bekken en dat kan bij de geboorte van een kind een groot probleem zijn.
3. (muziekinstrument) een slaginstrument bestaande uit een metalen schaalvormige voorwerp
Bekkens worden los gebruikt maar ook per twee tegen elkaar geslagen.
4. (geologie) (aardrijkskunde) glooiende laagte, bodeminzinking, stroomgebied

bekken - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bek

bekken - Werkwoord
1. op een enthousiaste manier zoenen
Pieter stond in de hoek te bekken met die blondine.
2. goed in de mond liggen
Die titel bekt niet lekker en kan beter veranderd worden.

Zie ook
Becken