Wat is de betekenis van Baai (inham)?

2024-04-26
Woorden en uitdrukkingen verklaard

Dr. C.H. PH. Meijer (1919)

Baai (inham)

zeeboezem, inham. Ontleend aan het romaansch, spa. en port. bahia, fra. baie. Misschien is dit weder uit ’t baskisch afkomstig. Een samenstelling van dit woord is baaitabak, dat met weglating van het tweede deel weder baai werd. Friesche baai, heerenbaai. Benaming van de beste soort Marylandtabak, misschien omdat zij uitgevoerd werd uit de ba...

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Baai (inham)

v./m. (-en), van binnen ronde inham van de zee in het land; kleine golf, kleine zeeboezem, zeearm: de Engelse kust heeft vele baaien; de Baai van Rio de Janeiro . Baai wordt in het volkenrecht gedefinieerd als een duidelijke insnijding van de kust waarvan de diepte landinwaarts in een zodanige verhouding staat tot de breedte van de monding, dat er...

2024-04-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Baai (inham)

(fr. baie, duitsch Bai, eng. bay). In het algemeen: een boogvormige niet zeer diep indringende inham van de zee in het land.