Wat is de betekenis van asperge?

2022
2023-03-21
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

asperge

(19e eeuw) (scheldw.) lang en mager persoon. Syn.: bezemsteel*; breinaald*; dood* van Pierlala; draadnagel*; geep*; grasspriet*; lantarenpaal*; paling*; ribbentrap*; scherpschijter*; sladubbel*; sliert*; slingeraap*; spiering*; spriet*; verlengsnoer*. • ... in eens van kind opgeschoten als een asperge, en helemaal nog een jon-gen. (Louis Coupe...

Lees verder
2020
2023-03-21
Woordenboek van eigentijds Nederlands

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

asperge

Het begrip asperge heeft 4 verschillende betekenissen: 1) scheut van de aspergeplant. langwerpige, witte of groene jonge scheut van de aspergeplant die gegeten wordt als groente. Witte asperges zijn onder de grond en uit het licht gehouden; groene asperges hebben wel zonlicht gezien. In Nederland en België wordt de witte asperge het...

Lees verder
2019
2023-03-21
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

asperge

asperge - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Asparagus officinalis, een plant waarvan de jonge scheuten geteeld worden als groente 2. (groente) de jonge scheuten van deze plant Asperges zijn een dure groente en wordt dan ook wel het witte goud genoemd.

Lees verder
2017
2023-03-21
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

asperge

asperge - zelfstandig naamwoord uitspraak: as-per-zje 1. witte stengel van plant die gegeten wordt ♢ er stonden asperges met ham op het menu Zelfstandig naamwoord: as-per-zje de asperge ...

Lees verder
2016
2023-03-21
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

asperge

In diverse vormen en lengten voortkomende verfijnde stengelgroente en verkrijgbaar van mei tot 21 juni. Ná 21 juni mogen géén asperges meer ‘gestoken’ worden.

2007
2023-03-21
Groot Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

asperge

lang en mager persoon. Eveneens in het Frans: grande asperge. ... in eens van kind opgeschoten als een asperge, en helemaal nog een jongen. (Louis Couperus, Majesteit, 1893) Zo zou ook de huidige Ajax-spits John van Loen het afgelopen seizoen in België meer geleden hebben onder de aanduidingen inzake zijn bovengemiddelde lengte asperge, lanta...

Lees verder
1985
2023-03-21
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

ASPERGE

groentesoort, waarvan de produktie de laatste tientallen jaren enorm is toegenomen. In 1950 werd nog circa 1260 ha verbouwd; in 1970 kwam het aantal ha reeds op meer dan 5000. Na Limburg is Noord-Brabant de grootste producent in Nederland. De produktie kwam in 1970 op circa 8000 ton. De asperge wordt geteeld op volle grond.

Lees verder
1982
2023-03-21
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

ASPERGE

(Asparagus officinalis). Forse overblijvende plant (50-150 cm hoog) met wortelstok, naaldvormige blaadjes, kleine groengele bloemen en rode bessen. Wordt gekweekt om jonge vlezige spruiten, die gegeten worden als groente. Plant van droge zandige grond. In het wild in Zeeland algemeen in ruigten en struwelen in de duinen. Hier en daar ook op...

Lees verder
1958
2023-03-21
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

ASPERGE

(Fr.: asperzje). In de duinen van de Waddeneilanden, vooral Ameland en Schiermonnikoog voorkomende plant.

1955
2023-03-21
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Asperge

lelieachtige plant, ondergronds gekweekt om witte spruiten; ook paal voor tankversperring.

1954
2023-03-21
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Asperge

Asparagus officinalis L. var. ultilis L. is een tweehuizige, eenzaadlobbige, met wortelstok overblijvende, in Eur. en Az. inheemse plant, die in de duinen in het wild wordt aangetroffen. de jonge geoogste stengels worden tot de meest fijne groenten gerekend. A. werden reeds 2000 jaren geleden door de Grieken en Romeinen als voedsel en medicijn gewa...

Lees verder
1952
2023-03-21
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Asperge

s., asperzje, blaukop.

1952
2023-03-21
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Asperge

1. asperge; 2. fig. slungel.

Lees verder
1950
2023-03-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Asperge

v. (-s), (in de volkstaal sperzie), 1. plant (Asparagus offic.) die in het wild bij ons groeit in de duinstreken, en ook in moestuinen gekweekt wordt, ook koraalkruid geheten ; 2. loot van de in de grond verborgen wortelstok dier plant, als groente gegeten; 3. paal of zuiltje als deel van een tankversperring.

Lees verder
1949
2023-03-21
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Asperge

Asparagus officinalis; fam. Lelieachtigen*, afkomstig uit Z.-Afrika. In Ned. als groente veel gekweekt, op zandgrond en ontwaterde zavelgrond. Teelt meerjarig. Op moment dat de vlezige spruiten uit de grond zullen komen worden ze geoogst. In Ned. wenst men de asperge geheel wit. Zodra de knop boven de grond komt wordt deze eerst groen, dan blauw. O...

Lees verder
1947
2023-03-21
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Asperge

(Asparagus officinalis L.) behoort tot de fam. der Liliaceeën. Het is een plant uit ZuidAfrika welke in Nederland behalve voor de teelt van groenten ook verwilderd voorkomt. Een enkele maal worden de uitgegroeide takken als groenversiering gebruikt. De plant is meerjarig. Zij heeft een korte wortelstok met dikke, vlezige diepgroeiende wortels...

Lees verder
1939
2023-03-21
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Asperge

Koppige groente.

1938
2023-03-21
Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Asperge

Asperge is een groente, welke bestaat uit de jonge, in den grond gevormde stengeldeelen van Asparagus officinalis. Deze plant hoort oorspronkelijk in onze duinen thuis. Hier te lande worden ze liefst geheel wit geoogst en gegeten, terwijl men in Frankrijk en Engeland de voorkeur aan groene asperges geeft. Samenstelling: eiwit 1,8%; vet 0,25%; koolh...

Lees verder
1937
2023-03-21
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

asperge

v. asperges (Fr. [Gr.-Lat. asparagus]: lelieachtig tuinbouwgewas, ook in het wild; Lat. asparagus officinalis; de in de grond verborgen wortelstok; de toebereide wortelstokken): men eet van de asperge de uitkomende spruiten van de wortelstok, (g = zj).

1933
2023-03-21
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Asperge

groente, ondergrondsche jonge stengel v/d asparagus officinalis; komt in Nederland wild voor; wordt ook gekweekt als sierplant.