Het begrip asperge heeft 4 verschillende betekenissen:
1) scheut van de aspergeplant.
langwerpige, witte of groene jonge scheut van de aspergeplant die gegeten wordt als groente.
Witte asperges zijn onder de grond en uit het licht gehouden; groene asperges hebben wel zonlicht gezien. In Nederland en België wordt de witte asperge het meest gegeten.
2) aspergeplant.
plant waarvan de asperge die gegeten wordt de scheut is, een kruidachtige plant met een rechtopstaande stengel met zijtakjes, gele klokjes als bloem en rode bessen als vrucht; aspergeplant; Asparagus officinalis.
Men onderscheidt twee ondersoorten: de tuinasperge (Asparagus officinalis subsp. officinalis) waarvan de scheuten als groente gegeten worden en de liggende asperge (Asparagus officinalis subsp. prostratus).
3) deel van een tankversperring.
schuin naar voren in de grond gestoken, of in beton gegoten spoorrail of puntige paal als deel van een tankversperring.
4) persoon die op een asperge lijkt.
iemand die in een of ander opzicht op een asperge lijkt, bijvoorbeeld een lang en mager persoon en/of een persoon met een bleke huidskleur.