Wat is de betekenis van angel?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

angel

(1972) (euf.) mannelijk lid.Vnl. homotaal en wellicht populair gemaakt door Gerard Reve. Slechts enkele van de talrijke syn.: aanhangsel*; alaam*; beitel*; bout*; drilboor*; gerief*; houweel*; paal*; puddingbuks*. • Hij was erg mooi, Van der Decken, de jonge kapitein, zoals hij daar op zijn knieën lag en zijn donkere, geheime angel beroer...

2024-04-27
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Angel

Franse vorm van Ange.

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

angel

angel - Zelfstandignaamwoord 1. het orgaan waarmee wespen, bijen en soortgelijke dieren steken De angel van de bij blijft in de steekwond achter. 2. een vishaak Gooi de angel even uit.

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

angel

angel - zelfstandig naamwoord uitspraak: an-gel 1. steekorgaan van bijen en wespen ♢ als je door een bij gestoken wordt, moet je de angel eruit halen Zelfstandig naamwoord: an-gel de angel ...

2024-04-27
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

angel

(bw) geheel HP.

2024-04-27
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

angel

Een van de vele metaforen voor de penis. Vanwege de gelijkenis. Zou je voor me sterven? Als je wist dat je stierf als je je angel in me stak, zou je het dan doen? Ja?  Kristien Hemmerechts: Kerst en andere liefdesverhalen. 1992

2024-04-27
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

angel

angel - Jargon voor een obligatie met een hoge waardering, maar ook voor een belegger die het risico neemt om beginnende bedrijven te financieren.

2024-04-27
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Angèl

m Fra. vorm van Ange, ook in Ndl. in gebruik, bijv. in Swalmen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

angel

steekorgaan (by); skerp haartjie (garsaar); spits gedeelte agter aan mes, vyl, ens.; iets wat seermaak, grief.