afloop
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
m., I. abstr., g. mv., de daad of handeling van aflopen in de meeste betekenissen; — 1. het water op de weg heeft geen voldoende afloop, zodat het er steeds modderig is, kan niet wegstromen; 2. de afloop van rivieren, beken, het afwaarts stromen; 3. het verlopen of ten einde lopen van een tijdruimte, het einde of laatste ged...
Wiktionary (2019)
afloop - Zelfstandignaamwoord 1. einde ♢ Gelukkig had het verhaal een goede afloop. 2. resultaat, uitkomst ♢ De gunstige afloop van de cursus leidde tot het behalen van het diploma. 3. ontknoping ♢ Vroeger was er altijd ee...
Muiswerk Educatief (2017)
afloop - zelfstandig naamwoord uitspraak: af-loop 1. het ten einde lopen van een bepaalde periode ♢ na afloop van de feestelijkheden moest er opgeruimd worden 1. na afloop van [daarna] ...
Getty Research Institute (1990)
afloop - Concave golflijnen in zuilen, waar de schacht ontspringt uit het basement of uitloopt in het kapiteel. Ook uithollingen of scheppende holen onder de echinus van sommige vroeg-Dorische kapitelen.
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
wegvloeiing; einde, slot; skuinste; uitslag; verloop; afgeloop; na ondertoe vloei; deur loop verslyt (sool); afdrup (kers); swakker vloei; afhel; verstryk.
M. J. Koenen's (1937)
m. aflopen; l. het af- of weglopen van een vloeistof inz. van water: de snelle afloop der beken; 2. einde: na afloop der voorstelling; de afloop van iets afwachten; 3. uitkomst: de gunstige afloop v. e. gevecht, examen; 4. pijp of buis enz. waardoor de vloeistof wegloopt: de afloop is verstopt; de afloop v. e. goot, uitmonding.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: