Wat is de betekenis van Adam en Eva?

(1972) (Oostende, vissers) twee gehoorbeentjes in de kaken van een kabeljauw. • Adam-en-Eva. z.n. (mv. - s), vklw. - tsje ; m. : otolithen, naam van de twee gehoorbeentjes in de kaken van de kabeljauw ; adam-én-eva, da zien twi bintsjes van de kaakn van kabbelows, die je moe droogn, én tonne in joen portefuie steekn, da’s g...

Volgens het bijbelboek Genesis schiep God op de zesde dag van de schepping de eerste mens. Het Hebreeuwse woord voor 'mens' is Adam. God schonk Adam het paradijs, een prachtige tuin op een plek die Eden heette. Adam moest het paradijs verzorgen en bewaken. Van alle bomen mocht hij eten, behalve van de boom der kennis. Omdat Adam maar alleen was sch...

de stamouders van de mensheid in de bijbelse overlevering, zijn het in Europa bekende symbool van een oerpaar, dat in de mythen van vele volken en culturen het begin van de mensheid markeert. Dikwijls gaan in zulke sagen over de oertijd verscheidene pogingen om aan de góden welgevallige wezens te scheppen vooraf aan de schepping van het stam...

(in de beeldende kunst). De geschiedenis van Adam en Eva is in de vroegste tijden meestal ingebouwd in het Scheppingsverhaal. Men onderscheidt de volgende taferelen:1. De Schepping van Adam, welke reeds op sarcofagen voorkomt; in later tijd legt men de nadruk op de schepping van Adams ziel: God blaast het reeds gevormde lichaam leven in. Bij Michel...

1° Iconographisch. (Voorstelling in de kunst) Worden in de Christel. kunst vnl. uitgebeeld bij hun schepping, zondeval, uitdrijving en boete. Ong. einde 2e eeuw komt de zondeval voor (Catacomben Napels). A. en E. staan naast een boom, waaromheen de slang (in de latere kunst niet zelden los van den boom, soms rechtop op haar staart staande, soms...

Adam en Eva, in de christelijke kunst een zeer veel voorkomend thema. Al in de 2e eeuw werd de zondeval (Gen. 3,1—6) in de catacomben in Rome afgebeeld met Adam en Eva naast de boom met de slang. In mozaïeken, fresco’s en verluchte handschriften werden daarna ook de schepping (Gen. 1,24—31), en de verdrijving uit het paradijs (Gen. 3,8—24), of het...