zij leven als Adam en Eva in het paradijs
zij leiden een rustig en gelukkig leven.
J. van Delden (1982)
Zij leiden een rustig en gelukkig leven. Voorts plantte de HERE God een hof in Eden, in het oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij geformeerd had. Ook deed de HERE God allerlei geboomte uit de aardbodem opschieten, begeerlijk om te zien en goed om van te eten (Gen. 2:8-9).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: