Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

knoest

betekenis & definitie

Het begrip knoest heeft 6 verschillende betekenissen:

1) harde, ruwe uitwas bij bomen.
harde, ruwe en vaak omvangrijke verdikking op een stam of tak die door natuurlijke groei of, bv. bij een knotwilg, door snoeien ontstaat.

2) kwast in een plank.
ovale of ronde, donkere plek in een plank, die het overblijfsel vormt van een tak en in draadrichting en hardheid verschilt van het omringende hout; kwast.

3) stronk.
dikke benedengedeelte van een stam, vaak met inbegrip van de wortels; stronk van een boom of struik; boomstronk; wortelstronk.

4) dikke stam of tak.
dikke stam of zware tak, vaak met de bijgedachte aan een grillige vorm en knobbelige uitwassen.

5) oude boom.
grote, oude boom met een vaak grillige vorm.

6) iets heel groots.
iets wat heel groot is in zijn soort.
Slechts aangetroffen in de verbinding een knoest van een, knoesten van + zelfstandig naamwoord en afhankelijk van wat wordt genoemd in het zelfstandig naamwoord ook met de bijgedachte van 'sterk' of 'dik'.

< >