Wat is de betekenis van knoest?

2024-04-26
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

knoest

knoest is een Nederlands woord dat knobbel of uitstulping betekent. Het kan ook worden gebruikt om iets te beschrijven dat een knobbeltje of knobbelachtig uiterlijk heeft. Bijvoorbeeld: "De boom had een grote knoest op de stam" of "Ze had een knoest op haar hand".

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

knoest

Het begrip knoest heeft 6 verschillende betekenissen: 1) harde, ruwe uitwas bij bomen. harde, ruwe en vaak omvangrijke verdikking op een stam of tak die door natuurlijke groei of, bv. bij een knotwilg, door snoeien ontstaat. 2) kwast in een plank. ovale of ronde, donkere plek in een plank, die het overblijfsel vormt van een tak en in...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

knoest

(19e eeuw) (scheldw.) ruwe, onhandelbare kerel; lomperd. In die betekenis reeds bij Boekenoogen. Volgens Van Dale gewestelijk. Volendam-speler Dick Tol (1934-1973), die een kort en dik mannetje was, werd destijds met deze bijnaam vereerd. In de jeugdtaal van eind twintigste eeuw betekent het ook dommerik. • Een stoere, breedgebouwde kerel, een...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knoest

knoest - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) de plaats waar een zijtak aan de boom groeide, het hout is er minder sterk en moeilijker bewerkbaar, het is dan ook een houtgebrek Miriam van de Lubbe heeft een knoest in een simpel tweedehands notenhouten tafeltje vervangen door een intrigerende zilvervle...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

knoest

knoest - zelfstandig naamwoord 1. hard stuk in een plank ♢ er zaten allemaal knoesten in het hout 2. harde, ruwe bobbel aan de bast van een boom ♢ op de plaats van deze knoest heeft een tak gezeten ...

2024-04-26
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

knoest

(zn) kwast in het hout, lompe persoon LC.

2024-04-26
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

knoest

Bijnaam van wielrenner Wim van Est. In de betekenis van ‘ruwe, onhandelbare kerel; lomperd’ vinden we het woord al terug in de negentiende eeuw. Volgens Van Dale is het gewestelijk. Volendam-speler Dick Tol (1934-1973), die een kort en dik mannetje was, werd destijds eveneens met deze bijnaam vereerd. Van Est is de renner met de meeste anekdotes en...

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

knoest

ruwe, onhandelbare kerel; lomperd. In die betekenis reeds bij Boekenoogen. Volgens Van Dale gewestelijk. Volendam-speler Dick Tol (1934-1973), die een kort en dik mannetje was, werd destijds met deze bijnaam vereerd. Ook wielrenner Wim Van Est ging met o.a. deze bijnaam door het leven. In de jeugdtaal van eind vorige eeuw betekent het ook ‘d...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Knoest

Knobbelvormige uitwas van een boom, gewoonlijk ontstaan door overgroeiing van een verwonding of takrest. Ook kwasten in gezaagd hout worden soms k. genoemd.