Het zout nam in de middeleeuwen een belangrijke plaats in; het vervulde naast zijn eigenlijke functie ook een symbolische. Het grote, ceremoniële zoutvat bepaalde de rangorde aan de tafel; stond vóór de heer des huizes of diens eregast en uit dit zoutvat werden de kleinere zoutvaten gevuld en rondgedeeld.
Eeuwenlang behoorden de grote zoutvaten tot de mooiste en kostbaarste voorwerpen die door de edelsmeden werden vervaardigd: men denke aan het zoutvat dat door Cellini werd vervaardigd voor Frans I van Frankrijk of aan de zoutvaten vervaardigd door o.a. Lutma en Adam van Vianen. Vooral in Engeland werden in de 16de en 17de eeuw zeer fraai bewerkte zoutvaten gemaakt, dikwijls in aan de architectuur ontleende vormen. Het zoutvat in deze periode was klokvormig, in de vorm van een zandloper of in de vorm van een schaal op voet. voorzien van kleine steuntjes op de rand waaroverheen ter bescherming van het zout een servet kon worden gelegd. Tegen het eind van de 17de eeuw wordt de rol van het zout minder belangrijk en worden de afmetingen van het zoutvat kleiner; van siervoorwerp wordt het zoutvat gebruiksvoorwerp. Aan het eind van de 17de eeuw heeft het zoutvat dikwijls de vorm van een klos. met al of niet gewelfde voet. ingesnoerde schacht en gewelfde bovenrand; ook worden ronde, rechthoekige of achthoekige zoutvaten gemaakt met tamelijk ondiepe romp.
In de periode van het rococo komen zoutvaten voor in de vorm van een schelp of blad, steunend op kleine pootjes. In de tweede helft van de 18de eeuw is het zoutvat dikwijls rond met geprofileerde voet en legen hel eind van de 18de eeuw komen ronde of ovale zoutvaten met ajour gezaagde buitenwand en glazen binnenbak in de mode. Behalve van zilver werden zoutvaten ook van porselein, aardewerk en glas vervaardigd.