(Eng. rosé and crown), ontleend aan het wapen van de Tudors, werd in het begin van de 16de eeuw door het Londense tinnegietersgilde ingesteld als merk voor de beste kwaliteit tin (2 procent lood en 98 procent tin). Het roosmerk werd door de Nederlanden overgenomen.
In de 17de eeuw wordt onderscheid gemaakt tussen tin van de beste kwaliteit waar voor een grote roos wordt gebruikt en tin van tweede kwaliteit dat met een kleine roos wordt gemerkt.