De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Microscoop

betekenis & definitie

optisch instrument waarmee men vergrote beelden van zeer kleine voorwerpen kan verkrijgen; werd vanaf het begin van de 17de eeuw gebruikt, aanvankelijk slechts met een enkele lens (monoculair), gemonteerd in een houten, ivoren of messing houder, voorzien van een klem of naald alsobjecldrager. Sommige exemplaren uit het eind van de 17de eeuw zijn voorzien van een verstelbare plaat met gaatjes van verschillende grootte, om de hoeveelheid licht die door het objectief moet vallen te reguleren.

Vanaf 1660 hebben de instrumentmakers geëxperimenteerd met lenzen, sommige ter grootte van een speldeknop (o.a. vermeld door Chr. Huygens en R. Hooke). Samengestelde microscopen (met meerdere lenzenstelsels, nl. oculair en objectief) werden vermoedelijk omstreeks 1615 voor het eerst in Italië vervaardigd, waarbij twee lenzen in houten dragers elk waren gemonteerd aan het uiteinde van één van een tweetal in elkaar schuivende kartonnen kokers. Zowel Huygens (1655) als Hooke (1660) hebben dergelijke microscopen gemaakt. De ontwikkeling van de microscoop werd aanvankelijk geremd door de gebrekkige kwaliteit van het glas en de moeilijkheid om de lenzen te slijpen.

Na 1700 werden verschillende constructies ontworpen waaronder een type microscoop met verstelbare lenzen. Bij het standaardtype dat tot ca. 1740 werd gebruikt werd de onderkant van de grootste tubus gesteund door drie poten, aangebracht boven de objectdrager; deze is zelf eveneens voorzien van een driepoot die op het voetstuk rust. Bij latere types werd een verstelbare spiegel ingebouwd voor de lichttoevoer. De tubus werd dikwijls bekleed met leer of chagrijnleder; de poten zijn meestal van hout (later messing). De andere uitvoering van dit type is voorzien van een objectdrager. in het midden tussen de beide lenzen in. Ca. 1740 werd een microscoop gebouwd waarbij tubus en objectdrager door een tandheugel met rondsel konden worden ingesteld : dit werd het basismodel voor alle verdere ontwikkelingen.

Na 1750 begint de microscoop algemeen te worden; sommige werden zeer fraai versierd, o.a. door G. Adams (Eng.), en A. Magny (Fr.).