De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Adams

betekenis & definitie

familie van pottenbakkers uit Staffordshire, werkz. vanaf 1750 tot begin 19de eeuw. Stamvader was William Adams uit Burslem (gest. 1617).

Een latere William (1745 1805) was leerl. bij Wedgwood en stichtte in 1768 de manufactuur van Greensgates in Tunstall. Hij legde zich toe op diepblauw jasper ware en crème-kleurig aardewerk, vooral serviesgoed met blauw ornament in overdruktechniek. Vanaf 1800 werd de manufactuur voortgezet door zijn zoon Benjamin. Merken: Adams & Co., 1769-1800. op crème-kleurig aardewerk: ADAMS & co.. 1779 ca. 1790. op jasper ware: ADAMS. 1787 1805 voor alle soorten. Alle merken zijn in de pâte gestempeld.Voorts was er een William (1748-1831), pottenbakker in Brick House. Burslem en in Cobridge. Geen merken. Ten slotte maakte een William Adams die van 1772 tot 1829 leefde in de Cliff Bank Works in Stoke on Trent aardewerk met blauw overdrukornament alsmede ironstone china en bone cina. Zijn zoons zetten het bedrijf voort. Merken: ADAMS WARRANTED STAFFFORDSHIRE, rondom een adelaar (1804 1840).

ADAMS (na 1809) en WA & s (na 1829). Het export-aardewerk werd voorzien van een gestempelde, blauwe adelaar: daaronder een banderol met de omschrijving of titel van de voorstelling.