De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Imari

betekenis & definitie

Jap. havenstad in de provincie Arita. vanwaar in de 17de en 18de eeuw grote hoeveelheden Arita-porselein naar Europa werden geëxporteerd. In Europa verstaat men onder Imari-porselein alleen Arita-porselein dat in onderglazuurblauw en ijzerrood email, met enig goud, is beschilderd, in Japan echter alle Arita-porselein, met uitzondering van Kakiemon-, Nabeshima- en Hirado-blauwwit.

De decoratie is geïnspireerd op brokaatstoffen en bestaat uit een druk patroon van bloemen (chrysanten, draken, vogels en ranken). Soms is de schildering in uitgespaarde panelen aangebracht op een zeer donker onderglazuurblauw. De scherf is minder wit en grover dan die van het Kakiemon uit diezelfde periode. Bij vroege stukken (oud-Imari) werd de decoratie in zwartachtig onderglazuurblauw geschilderd. met donkerrood email en goud op wit fond. In later tijd gaat de donkerrode tint meer overheersen, en gaat men ook groen, blauw, paars, geel en zwart met goud en zilver gebruiken. Oud-Imari staat wat vormgeving en decoratie betreft sterk onder Chinese invloed; in later tijd werd Imari in westerse stijl met westerse schepen, figuren en landschappen beschilderd.

Na aankomst in Europa werd dit porselein dikwijls voorzien van zilveren of ormolu-monturen. Het Imari-porselein werd in het westen zo populair, dat ook de Chinezen het op grote schaal gingen vervaardigen, o.a. in Ching-tê-chên onder leiding van Tang Ying. Het Chinese Imari heeft een dunnere en wittere scherf dan het Japanse en is in een heldere, veel lichtere kleur onderglazuurblauw en een doorschijnender rood beschilderd. Indien het blauw bij de beschildering werd weggelaten ontstond het melk-en-bloed-decor meestal in ijzerrood en goud. soms met blauw. Bij het Chinese Imari is de standring vaak lichtbruin gebakken, terwijl Japanse Imari-schotels en -borden meestal aan de onderkant de afdrukken van proenen vertonen. Ook in het westen werd Imari-porselein in de loop van de 17de en 18de eeuw veelvuldig geïmiteerd, o.a. in Delft, Meissen en Worcester.

In de 19de eeuw ging de kwaliteit van het Imari achteruit, de kleuren werden bont en overdadig en de patronen zo overladen dat soms zeer verwarde decors ontstonden. Dit porselein werd gemerkt met de Japanse karakters voor geluk en voorspoed, zoals fuku (geluk) en ju (lang leven) of met een aangepaste versie van een Chinese nien hao.