plateelbakkerij in Delft (1658 -na 1818). Stichter was Wouter Eenhoorn die het bedrijf in 1678 als huwelijksgeschenk overdroeg aan zijn zoon Samuel die reeds vanaf 1674 bedrijfsleider was en lot zijn dood in 1686 eigenaar bleef.
Tussen 1686 en 1701 is zijn zwager, Adriaen Kocks eigenaar; deze wordt opgevolgd door zijn zoon Pieter Adriaensz. Kocks; in datzelfde jaar wordt de gehele inventaris van de plateelbakkerij De Dissel overgenomen. Na diens dood in 1703 wordt het bedrijf tot 1722 voortgezet door zijn weduwe. 1758-1764 is Jan Theunisz. Dextra eigenaar, 1764-1768 Jacobus Halder en 1768-1785 Jan van den Brief Onder Samuel van Eenhoorn (monogram svr) werden stukken geproduceerd, die tot het mooiste Delfts van die tijd behoren; de decors, geïnspireerd op het Chinese porselein. worden gekenmerkt door een vlotte. maar toch zeer zorgvuldige schilderstijl in een rijk geschakeerd blauw, omrand met een donkere trek. Als meester-plateelschilder werkte Jan Verburgh van 1698 tot 1706 in De Griekse A. en Pieter van den Hurck tevoren werkz. bij De Dissel vanaf 1706 als plateelbakker. In de periode van Adriaen Kocks slaagt men erin om Chinese en Europese decors op een harmonieuze manier te vermengen, zo o.a. een combinatie van een westers tafereel met een Chinese randversiering.
Onder Kocks werden tevens tegels en vazen en andere sierstukken vervaardigd voor Hampton Court, in opdracht van stadhouder Willem III, koning van Engeland. Zijn zoon Pieter Adriaensz. (monogram PAK) heeft zijn roem behalve aan blauw aardewerk te danken aan het in bovenglazuurkleuren beschilderde polychrome aardewerk, waarin vooral het Imari-porselein veel werd nagevolgd. In deze periode werd ook zwart Delfts vervaardigd, waarvoor De Griekse A een eigen procédé volgde: eerst werd de decoratie op de met tinglazuur bedekte scherf geschilderd, en daarna werd het resterende oppervlak zwart ingevuld, waarbij men een smalle witte rand om de decoratie heen uitspaarde. Pieter Adriaensz. overleed in 1703. maar tot 1722 wordt in zijn manier doorgewerkt onder leiding van zijn weduwe, die zijn merk PAK bleef gebruiken en erin slaagde hetzelfde hoge niveau te handhaven. Tijdens deze periode van 1713 tot 1718 werkte de plateelschilder Ary van Rijsselberg als goudschilder in De Griekse A. In de periode van Jan Theunisz.
Dextra (1758-1764) neemt De Griekse A nog steeds een vooraanstaande plaats in onder de Delftse plateelbakkerijen. De vormgeving is nu meer internationaal georiënteerd en blijft deze koers volgen in de periode van Jacobus Halder (1764 1768). Onder zijn opvolger Jan van den Briel (1768-1785) gaat de kwaliteit en daarmee de betekenis van de fabriek achteruit. Merken: SVK (Samuel van Eenhoorn 1674-1686); AK (Adriaen Kocks, 1686-1701); PAK (Pieter Adriaensz. Kocks. ca. 1701-1722); J.v.d. H.(Johanna van der Heul. 1703-1722); A met een D of ITD of Dex (Jan Theunisz. Dextra. 1758-1764): IH met een A erboven (Jacobus Halder. 1764-1786) : i d b met een A, (Jan van den Brief 1768-1785).