bevat als hoofdbestanddeel tinas en kwarts. Dient om aardewerk het uiterlijk van porselein te geven of om een fraaie ondergrond voor beschildering te krijgen.
Het gebruik van tinglazuur stamt reeds uit de 8ste eeuw v.C.. toen in Assyrië tinverglaasde tegels en stenen werden gemaakt. Waarschijnlijk is de techniek daarna verloren gegaan en pas in de 9de eeuw in Mesopotamië opnieuw toegepast. Via de islamitische keramiek verspreidde het tinglazuur zich in de 13de eeuw' naar Spanje (Hispano-Moreske-keramiek) en vandaar naar Italië, via het eiland Mallorca. Vanuit Italië werd het tinglazuur verder verbreid en in de 17de en 18de eeuw ontstonden diverse centra in Europa waar tinverglaasd aardewerk werd gemaakt (Delft en Makkum in Nederland, voorts in Frankrijk, Zuid-Duitsland en in Engeland onder de benaming delftware).