Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Vakkenproef

betekenis & definitie

Een v. is een experiment waarin, onder voorwaarden die zoveel mogelijk overeenkomen met die van het praktische landbouwbedrijf, de invloed van de toepassing van één of enkele nieuwe maatregelen wordt onderzocht.

Zulke maatregelen kunnen zijn: nieuwe rassen, toepassing van nieuwe meststoffen, het gebruik van andere landbouwwerktuigen, toepassing van bestrijdingsmiddelen tegen ziekten en plagen alsmede combinaties van deze.

De naam v. heeft betrekking op de wijze van experimenteren, nl. de aanleg van een aantal even grote rechthoekige vakken, die dan volkomen gelijk behandeld worden met uitzondering van de objecten die men wil vergelijken (rassen, meststoffen enz.).

De techniek van het experimenteren d.m.v. vakkenproeven is in de laatste 30 jaar sterk ontwikkeld, eerst door het werk van R. A. FISHER in Rothamsted en zijn school, later ook voorn. door Am. onderzoekers, en heeft thans een hoge graad van perfectie bereikt.

Essentieel is dat de aanleg en behandeling zo is, dat op de resultaten een statische bewerking mogelijk is, d.w.z. dat niet alleen zuivere schattingen van de effecten van de onderzochte maatregelen mogelijk zijn, maar ook de onzekerheid van deze effecten in de vorm van de variantie kan worden geschat. Voorts streeft men door allerlei verfijningen in het schema van de v. ernaar de onzekerheid zo klein mogelijk te maken.

De eenvoudigste vormen van de v. zijn: gewarde blokkenproef en Latijns vierkant. Bij eerstgenoemde verenigt men één stel vakken waarop alle te vergelijken objecten éénmaal voorkomen tot een op het veld compact blok, waardoor er de minste kans is dat plaatselijke verschillen in omstandigheden de vergelijking van de objecten zal verstoren. De v. bestaat dan uit een aantal dgl. blokken, te groter naarmate men een grotere nauwkeurigheid wenst. Bij het Latijns vierkant oriënteert men de vakken in het veld in de vorm van rijen en kolommen, en wel evenveel rijen als men objecten in de proef opneemt. De behandelingen worden nu zodanig over de vakken verdeeld dat elke behandeling eens in elke kolom voorkomt. Plaatselijke verschillen tussen rijen onderling en kolommen onderling kunnen nu de vergelijking van de objecten niet verstoren, waardoor men veelal een grote nauwkeurigheid bereikt.

Meer ingewikkelde schema's zijn de z.g. niet orthogonale proeven, waarvan de voornaamste zijn de rasterproef en de onvolledige evenwichtige blokkenproef, die gekenmerkt worden door het gebruik van vakken in compacte blokken, doch waarbij de verschillende blokken niet alle behandelingen bevatten en dus verschillend zijn samengesteld (z. Proefveldtechniek).

Een oordeelkundig gebruik van de v. als middel van landbouwkundig onderzoek vereist heden een gespecialiseerde kennis.

< >