wil zeggen, dat de houtcellen van een twijg voldoende verhout zijn, dus houtige wanden hebben verkregen. Men moet dit uitrijpen bevorderen, daar niet u.h. bij strenge vorst kan doodvriezen.
Men doet dit door rationele bemesting en door de groei niet te laat in het jaar te stimuleren door het insnoeien van takken. Te grote schaduwwerking kan ook het rijpen van hout belemmeren evenals een overmatige watertoediening.