van een houtig gewas heeft meestal plaats om een wijziging te brengen in de groei der betreffende plant, om de vorm van de kroon te veranderen, hetzij om de totale groei te stimuleren. Wanneer men nl. een tak insnoeit (d.w.z. gedeeltelijk wegneemt), zal deze zich opnieuw trachten te vergroten door het doen uitlopen van enkele zijknoppen.
Van de op deze wijze ontstane takken kan men dan later de meest gewenste behouden en de andere wegsnoeien. de groei treedt op, doordat na een verstoring van het physiol. evenwicht tussen tak en wortelgestel, dit zich tracht te herstellen. Het is mogelijk om oude planten of afgedragen kroongedeelten tot nieuwe groei op te wekken, als het i. op intensieve wijze geschiedt.