De studie van de virus-ziekten heeft voor een groot deel plaatsgevonden bij Solanum-soorten (vooral de aardappel). Eerst duidde men de soorten van virus aan als X-virus en Y-virus, later als A-, B-, C- ...virus.
Ten slotte is men, ook m.h.o. op de identificatie met virusvormen van andere planten, overgegaan tot een nummersysteem als volgt:Solanum-virus
1 is X-virus
2 is Y-virus
3 is A-virus
4 is B-virus (een stam van het X- virus, die in vele aardappelrassen topnecrose veroorzaakt)
5 is C-virus (stam van het Y-virus)
6 isD-virus (stam van het X-virus)
7 is E-virus (het para-crincle virus; carrier van dit virus is het aardappelras King Edward)
Solanum-virus
8 is F-virus (= aucubabont virus — pseudonetnecrosevirus)
9 is G-virus (stam van hot F-virus)
10 is calicovirus (komt voor in Am.)
11 is leafrolling mosaic virus (in Am.)
12 is spindle tuber virus (komt voor in Am.)
13 is potato unmottled curly dwarfvirus (komt voor in Am.)
14 is bladrolvirus
15 is potato witehs broom virus (heksenbezemziekte, komt voor in Am.)
16 is yellow dwarf virus (komt voor in Am.)
17 is potato yellow top virus (in Am.).