Het doel van de s. is de verbetering van de schapenstapel te bevorderen. In .Ned. werkt in elke provincie een provinciaal s., dat zich bezighoudt met de verbetering van het Texelse schaap.
In Friesl. heeft men bovendien nog een stamboek voor het Friese melkschaap. De werkwijze is bij alle s. gelijk. In het voorjaar, wanneer de lammeren nog bij de ooi zijn, heeft de geboortecontrole plaats. De lammeren worden ingeschreven in het jongveeregister en krijgen een oormerk in het linkeroor. Door deze controle staat de afstamming vast. Ramlammeren kunnen slechts in het jongveeregister worden ingeschreven, wanneer de vader en de moeder aan bepaalde woleisen voldoen en de laatste bovendien nog voldoende lammeren heeft voortgebracht. Ontypische vachten worden als onvoldoende beschouwd. Voor Texel zijn de eisen ½ kg lager.
Op 1-jarige leeftijd kunnen de rammen en de ooien in het stamboek worden ingeschreven. De dieren, die daarvoor in aanmerking komen, worden voorzien van een oormerk in het rechteroor, terwijl tevens een keuringsrapport wordt opgemaakt. De wolcontrole vindt in de zomer plaats. Bij deze controle wordt gewicht en wolkwaliteit van het vlies der dieren genoteerd. de fokkers zijn verplicht de rammenvachten ieder jaar te laten controleren. Voor de ooienvachten geldt een éénmalige verplichte wolcontrole, als regel op éénjarige leeftijd. Door de stamboeken worden fokdagen georganiseerd, waar het beste fokmateriaal onderling vergeleken wordt en waar de fokkers zich van fokdieren, in het bijzonder rammen, kunnen voorzien.
Belangrijke fokdagen worden te Den Burg, Alkmaar, Gouda, Doetinchem, Leeuwarden en Groningen gehouden. Van belang zijn verder de jaarlijkse keuringen van bepaalde stamboekrammen op afstammelingen voor het praedicaat preferente ram of premicram en het verlenen van het praedicaat sterooi aan bepaalde stamboekooien.
Alle provinciale s. zijn verenigd in het Centraal Bureau voor de Schapenfokkerij in Nederland.